Tapirs | |
---|---|
Indische tapir | |
Naam | Tapirs |
Latijn | Tapiridae |
Uiterlijke kenmerken | |
Kleur | Als jong zijn ze gestreept, als ze volwassen worden verkleuren ze naar donkerbruin en de Indische soort krijgt een witte achterkant. |
Grootte | ze worden 100 centimeter tot schouderhoogte. |
Huidtype | haar |
Andere kenmerken | |
Dieet | Ze eten vooral bladeren en twijgen. |
Levenswijze | Ze leven altijd alleen, de paartijd is de enige tijd dat je ze bij elkaar ziet. In gevangenschap kunnen ze zonder problemen in één verblijf, maar ze zijn niet erg sociaal naar elkaar. |
Gedomesticeerd | ja |
Actief | Ze zien er erg sloom uit, maar schijn bedriegd. Zelfs voor de poema zijn ze moeilijk te vangen. |
Levensduur | Ze worden 25 tot 30 jaar. |
Taxonomische indeling | |
Rijk | Animalia |
Stam | Chordata (chordadieren) |
Klasse | Mammalia (zoogdieren) |
Orde | Perissodactyla (Onevenhoevigen) |
Familie | Tapiridae |
Ondersoorten[]
Bergtapir[]
Wetenschappelijke naam: Tapirus pinchaque
Engelse naam: mountain tapir
Voeding: plantaardig (vruchten, bladeren)
Lengte: 1,8 m
Gewicht: 150 kg
Leefgebied: bergwoud, bergweiden
Status: bedreigd